Hier wordt Düren voor de eerste keer genoemd: "in villa, quae dicitur duria". De Frankische burgemeesters Karlmann en Pippin houden in het Hofgut Düren een volksverzameling en een synode.
Aan het einde van de 12e eeuw wordt het bouwbegin van een stadsvesting vermeld. Alhoewel de eigenlijke toestemming van de stad niet uitgesproken is.
Keizer Frierich II verpacht de "Reichsstadt Düren" aan graaf Wilhelm IV van Jülich.
Het "Dürenerland" behoorde tot het territorium van de graaf (vanaf 1356 hertogen) van Jülich.
Transmissie van het uit de "Mainzerstiftskirche St.Stephan"gestolen relikwie van het zogenaamde Annahoofd, in de "Dürener Martinskirche" door de metselaar "Leonard". Sindsdien is Düren een bedevaartsoord.
Na een bittere strijd om het heilige hoofd beslist paus JuliusII dat het Annarelikwie in Düren moet blijven.
Verovering van de stad door de keizerlijke troepen van keizer Karl V.
Door de geschiedenis van de Jülichse vete om het hertogdom Geldern, tussen keizer Karl V en hertog Wilhelm V van Jülich, werd Düren door uitbrekende branden voor het grootste deel verwoest.
Meer dan 600 huizen brandden af, daaronder ook het raadshuis met het stadsarchief.
Ongeveer 100 huizen bleven ongedeerd.
De 17e eeuw werd gekenmerkt door de grote economische nood van de bevolking als gevolg van de konstante gewapende konflicten zoals bv. de 30-jarige oorlog of de Franse oorlog, waarvan het Rheinland niet verschoond bleef. Begin van de 18e eeuw heeft de stad met haar ongeveer 1800 bewoners de laagste bevolking.
In de 18e eeuw ging het belang van de zeven "ambachten" kleermaker, naaister, schoenmaker, bouwhandwerker, brouwer, bakker en smid, in de verenigde Dürener gilden meer en meer terug.
De fabrieksproductie van goederen kwam in de plaats van handwerksbedrijven.
Invloedrijk was vooral de metaal-, textiel-, en papierproducerende en verwerkende handel.
De eerste Dürener papierfabriek ontstond in het jaar 1576.
Met de bezetting van het links- rheinische gebied door Frankrijk tussen 1794 en 1814 kwam ook Düren en het Dürenerland onder Frans beheer.
Voor de bevolking begonnen zware tijden van oderdrukking door vorderingen, militaire bijdragen en inkwartieringen.
De bezettingstijd werd ook nog gekenmerkt door een constante verandering in de organisatie van het beheer. Instanties en administratieve strukturen werden ingericht en weer opgelost en door andere vervangen.
Tenslotte beeindigden de militaire successen van de gealieerde in januari 1814 de franse heerschappij.
Door de reorganisatie van de Europese landkaart op het "Wiener Kongress" kwam het Rijnland bij Pruisen.
Düren werd administratieve zetel van de gelijknamige provincie in de in 1816 gevormde regio Aken.
De verbinding aan het spoortraject Keulen-Aken in 1841 begunstigde de ontwikkeling van Düren tot industriestad. De papierindustrie van Düren geniet tot op heden internationale erkenning.
Het zoeken van steeds nieuwe technische ontwikkelingen en producten en de specialisatie van de papierindustrie van Düren in zogeheten nisbereiken bevestigd de innovatiepotentie van deze branches.
Omstreeks 1900 leefden rond 27.000 inwoners in Düren. De economische opleving in het laatste kwart van de 19de eeuw bracht bijna een verdubbeling van de inwoners en woonhuizen met zich mee.
Talrijke representatieve fabrikantenvilla's vormden het stadtsbeeld. Düren gold tot kort voor de eerste wereldoorlog met zijn 22 meervoudige en 30 enkelvoudige miljonairs als een stad met de rijkste burgers van het Duitse rijk.
Op 16 november werd het gehele stadshart door geallieerde aanvallen verwoest. Meer dan 3.000 mensen hebben daarbij de dood gevonden.
Dankzij het doorzettingsvermogen van de bevolking en de wil om weer iets op te bouwen ontstond een compleet nieuw stadshart in Düren. Karakteristiek voor de stad, zijn de gebouwen van de jaren 1950 en 1960. Düren is een populair doel voor architectuurstudenten.
Op 1 januari 1972 werden de gemeenten Arnoldsweiler, Berzbuir, Birgel, Birkesdorf, Derichsweiler, Echtz, Gürzenich, Hoven, Konzendorf, Krauthausen, Kufferath, Lendersdorf, Mariaweiler, Merken en Niederau in de stad integreert.
Het kasteel Burgau wordt weer opgebouwd.
Het hoofddeel van het kasteel Burgau heeft al een geschiedenis vol afwisseling meegemaakt. De eerste aantoonbare eigenaar van het kasteel was een ridder genaamd Amilius van Auwe/de Owe, die in het jaar 1234 een rente voor zijn dochter stichtte, nadat zij in het klooster Burtscheid toegetreden was. Door archeologische opgravingen in de noord-vleugel van het kasteel is gebleken dat de eerste bouwperiode rond het jaar 1100 plaatsvond.
Het romantische kasteel heeft tegenwoordig een nieuwe glans gekregen. In het jaar 1944 werd het kasteel vernietigd en bleef tot 1975 een ruïne. Nu is het weer het pronkstuk van de stad Düren, sinds het herstel 1998 beendigd was.
Opening van de omgebouwde "Pleußmühle" als sociaal-cultureel middelpunt. Op 19 september 1992 gaat de lokale zender "Radio Rur" op zending.
Het "Haus der Stadt", een een cultureel multifunctioneel gebouw wordt geopend. Het gebouw, dat de openbare bibliotheek, het jongerencentrum "Multi Kulti" (evangelische gemeente), het herenhuis Düren-Nord, vergaderruimten en een technisch royaal uigeruste theaterzaal beinhoudt, werd op het grootste braakliggende terrein in NRW gebouwd. De architekten waren Christoph en Brigitte Parade, Düsseldorf.
Feestelijkheden voor de 1250-jarige verjaardag van de stad Düren. Voor de eerste keer werd Düren 747/748 als "in villa, quae dicitur Duria" vermeld.
Jubileumjaar: 500 jaar is het annahoofd in Düren. Feestelijkheden met de Annamarkt en een feestelijke optocht. "Keizer Karl 5e" bezocht n. a. v. de verering van het Annahoofd Düren.
Sinds 15 september 2001 heeft Düren een samenwerkingsverband met de Oekraïense stad Stryj. De oorsprong van dit partnerschap ligt in het engagement van het St. Augustinus-ziekenhuis, dat vele jaren in Polen en de Oekraïne medicinale en humanitaire hulp bood.
Düren heeft in de jaren negentig oorlogsvluchtelingen van de stad Gradačac, die door de oorlog in de Balkan erg ernstig verwoest werd, opgenomen, verzorgd en hen een tijdelijk onderkomen geboden. Tijdens hun verblijf in Düren hebben zich veel contacten tussen de toenmalige vluchtelingen en de burgers van Düren ontwikkeld, die na de terugkeer naar het vaderland in september 1998 verder onderhouden worden en tenslotte in de jaren 2001 en 2002 in een officieel partnerschap uitmondden.
Düren "goes" Azië. Na een eerste contact in het jaar 1998 en verdere ontmoetingen van delegaties in de daaropvolgende jaren zijn de steden Düren en Jinhua sinds 2002 officieel partnersteden. Op 24 oktober 2002 ondertekenden de burgemeester Paul Larue en zijn Chinese ambtgenoot Lou Yangsheng tijdens het eerste officieel bezoek van een delegatie van Düren in Jinhua een afspraak over een partnerschap tussen beide steden.
Inwijding van de "Arena Kreis Düren", een multifunctionele hal met plekken voor rond 2.500 bezoekers.
Inwijding van de nieuw gebouwde Johannesbrücke; de voorganger stamde uit het jaar 1951.
Het in gebruik nemen van het "StadtCenter" aan de Kuhgasse. Het winkelcentrum met bijna 50 winkels ligt tussen het voetgangersgebied en het evangelische gemeentencentrum.
150 jaar kindertehuis St. Josef
Ruim 135 jaar geleden, op 4 november 1871, werd de gemeentebibliotheek van Düren voor vrij gebruik van het publiek geopend. Daarmee is de gemeentebibliotheek Düren de oudste stedelijke gemeentebibliotheek in het Rijnland!
Eerste steen wordt gelegd voor de verdere uitbreiding van het Leopold-Hoesch-museum, op 27.6.2010 wordt het Leopold-Hoesch-museum het Peill-forum (architect: Prof. Kulka) voor publiek geopend.
De stad Düren bevestigde op 17 September 2009 in Düren met Karadeniz Ereğli het zevende partnerschap. Het ondertekenen van de verdragen in Turkije gebeurde op 3 Juli 2010.